Flip en de Noormannen
Flip Noorman (1988) is de speelman met het gescheurde gezicht. Het plotseling opkomen van de aandoening Bellse Parese zorgde ervoor dat zijn gezicht van het ene op het andere moment een tweedeling kende: de linkerkant was door een ontstoken zenuw tijdelijk verlamd geraakt en weigerde nog langer te doen wat van hem gevraagd werd, terwijl de rechterkant nog braaf in de pas liep.
Op Flips debuutplaat Bellse Parese wordt de luisteraar met zijn neus op de feiten gedrukt: de geïnfecteerde schreeuwpoëet en de minnaar van het vrouwenhart zijn tot elkaar veroordeeld en niet van plan elkaar de ruimte te geven.
Met groot gevoel voor taal brengt Flip Noorman met zijn Bellse Parese een opvallend album dat meer is dan een verslag van een vervelende aandoening. Ook muzikaal zet Flip zichzelf pontificaal op de kaart. Als een ware slavendrijver jaagt Flip het publiek door zijn wereld waarin Boudewijn de Groot en Tom Waits een vreemd soort huwelijk aan zijn gegaan. Maar welke namen ook komen bovendrijven, tijdens het luisteren van Bellse Parese kan er geen twijfel over bestaan: dit is Flip Noorman en dit is zijn verhaal.
“Bellse Parese neigt naar kleinkunst en beoogt je constant uit de tent te lokken met snedige teksten die genoeg te raden overlaten.” “Bellse Parese is – zoals niemand beter dan Noorman zelf het kan zeggen – als “een trap in de ballen”. (Kindamusic)